
De kleding van Devold
Ik ga op reis en neem mee..
Het fijne Devold Nibba vest met capuchon! Vanuit het regenachtig en koude Utrecht neem ik het merino wollen vest mee terug naar z’n roots..Nieuw-Zeeland.
Eindelijk na jaren dromen over het prachtige land ga ik op pad! Aangekomen in Auckland is zoals verwacht het vest aan de warme kant. Vooral als ik verder richting het noorden trek en de luchtvochtigheid toeneemt ga ik voor shirts. s’avonds na een waka (maori kano) tocht gaat hij even aan bij het kampvuur, maar verder blijft hij in m’n backpack.
Maar na m’n overtocht naar het Zuider eiland komt daar al snel verandering in. De zuidelijke alpen of zoals de Maori het noemen :Kā Tiritiri o te Moana, de luchtspiegeling van de oceaan, zorgen voor heel wat meer koude lucht. Niet alleen op hoogte maar ook zeeniveau voelt het frisser.
Precies waar de Nibba voor bedoeld is. Overdag de perfecte “jas” en vroeg in de morgen en avond als tussenlaag. Veel ruimte neemt het vest niet in, dus als vast maatje gaat hij altijd mee m’n dagrugzak in. Zoals ik gewend ben van Merino producten is ook dit vest na een aantal behoorlijk pittige trektochten nog steeds goed te dragen en rennen, die paar hikers die ik ben tegen gekomen, niet van me weg vanwege m’n geur.
Na een maand super intensief gebruik en een paar keer wassen ziet hij er nog uit als nieuw en voelt hij nog net zo zacht als het begin. Met slechts een paar kleine gaatjes hier en daar, met name door lomp gedrag van de eigenaar, durf ik het aan, om aan te kloppen bij de CO van Devold in de Wanaka district, om te vragen waar de wol van m’n fijne vest vandaan komt.
Craig Smith, de General Manager van Devold Wool direct, is de enige contactpersoon van het Noorse merk in Nieuw-Zeeland. Een taak die hem op het lijf staat geschreven, want Smith of Smithy zoals hij door iedereen genoemd wordt is al vanaf kleins af aan geobsedeerd door wol.
Hij kent bijna elke schapen boer en familie persoonlijk en is een graag geziene gast in de omgeving, zo blijkt wanneer hij me meeneemt op een super leuke en leerzame ‘wol’ dag.
Wanneer we aan komen rijden bij de eerste boer van die dag schreeuwt deze vanaf de trekker dat hij nog geen tijd heeft. Smithy moet zelf maar even koffie gaan zetten, hij komt er zo aan zegt hij. Na nog wat grappen over en weer te hebben gemaakt over de staat van het gazon rijdt de Devold CO achterom, doet z’n schoenen uit en gaat koffie zetten. Als kind aan huis pakt hij wat lekkers uit de koektrommel en begint gepassioneerd te vertellen over de familie en prachtige wol uit deze omgeving.
Wij van Devold weten precies waar alle wol vandaan komt, wat er speelt binnen de boerderijen, waar iedereen tegenaan loopt, de staat van de weides, het weer…
Dit alles is van cruciaal belang om de mooiste wolproducten te maken. Wanneer ik hem vraag waarom traceerbaarheid zo belangrijk is voor het merk, maakt hij een mooie vergelijking met een ander bekend Nieuw-Zeelands export product.
Wanneer je een mooie sauvignon blanc hebt van een wijngaard in Malborough, ga je die niet mixen met een sauvignon uit Hawke’s bay of Frankrijk. Dus waarom zou je een mooi natuurproduct als wol wel blenden?!
Wanneer we het qua wolproductie niet redden bij 1 boer voor een kledingstuk, vullen we de overige hoeveelheid aan met de wol van een naastgelegen boer. Op die manier zit er in ieder geval zo min mogelijk verschil zit in kwaliteit. De schapen hebben dan nagenoeg hetzelfde gegeten en het zelfde klimaat meegemaakt.
Wanneer de boer eindelijk klaar is met z’n gazon en ons vergezeld bij de koffie, wordt het mij steeds duidelijker. Waar ik aan het begin van de dag nog gedacht had, uren rond te hangen in stallen en lammetjes te knuffelen, zag ik in dat dat waarschijnlijk niet ging gebeuren.
Na verplicht nog drie koeken eten, gingen we op pad. Met z’n drieën in de 4x4 en scheuren maar.
Vol trots liet hij me zijn enorme stuk grond zien, van zoveel hectaren kan een Nederlandse boer alleen maar dromen.
Behalve meer dan tienduizend schapen (die ik nergens terug zag) had de familie ook nog behoorlijk wat koeien, bijen en een aantal geiten en herten rondlopen. Al waren die laatste twee niet de bedoeling en zeker niet geliefd. In tegenstelling van wat je zou verwachten is een nieuw Zeelandse schapen boer amper bezig met schapen. Slechts 1x per jaar eigenlijk, tijdens het scheren. Natuurlijk houd hij de beestjes altijd in de gaten, maar hij laat ze zoveel mogelijk met rust om de kudde op een natuurlijke manier te laten gedijen.
De familie is drukker met de koeien en bijen, deze helpen namelijk de weide zo gezond mogelijk te houden. Ik heb nog nooit een volwassen man zo gelukkig gezien met klavertjes en kniehoog gras. Zijn enorme stuk grond bestaat uit een heleboel verschillende weides die elk in een verschillend stadia zijn. Eerst verwijderen ze de niet native mossoorten en planten. Daarna opnieuw aanplanten van de van nature aanwezige gras en plantensoorten. Die bemesten en bestuiven ze met behulp van de koeien en bijen.
Pas wanneer de weide perfect is mogen de witte wolbollen de weide in, want alleen als zij goed eten en zich goed voelen leveren ze de beste kwaliteit wol.
En dat is precies wat je voelt als je een Devold kledingstuk aan doet…een niet geblende sauvignon onder de wolsoorten, pure Nieuw-Zeelandse merinowol van de hoogste kwaliteit waar Smithy en alle boeren enorm trots op zijn.