Winkelmandje
Product reviews

Patagonia Nano Puff Jacket

Beoordeling 3.5(23)

Outdoor & Travel
Mount Meru: topbeklimming!
12 november 2025 | Outdoorverhalen

Mount Meru: topbeklimming!

Onze collega Marijke heeft de Mount Meru beklommen, hieronder lees je haar verhaal.

Als je begint over bergen in Tanzania dan denkt iedereen meteen aan de Kilimanjaro. Maar als je Mount Meru noemt, krijg je vaak een vragende blik. Mount Meru ligt in Arusha National Park in de regio Arusha, ook wel klein Zwitserland genoemd. Hoewel dit park in het noorden van Tanzania veel kleiner is dan de andere nationale parken, biedt het een enorme diversiteit. Door de hoogteverschillen tussen de 1500 meter en ruim 4500 meter heeft dit gebied verschillende landschappen. Savanne, tropisch regenwoud, bergbossen en alpien landschap wisselen elkaar af. Ook biedt dit natuurpark een grote verscheidenheid aan planten en dieren, waaronder diverse vogelsoorten, buffels, olifanten, wrattenzwijnen, giraffen, zebra´s, antilopen, apen, klipdassen en luipaarden. Het meest in het oog springende landmark van Arusha National Park is Mount Meru. Met een hoogte van 4566 meter is Mount Meru de op een na hoogste berg van Tanzania en de vijfde hoogste berg van Afrika. Mount Meru is een karakteristieke vulkaan met een hoefijzervormige krater en bestaat uit drie toppen: Rhino Point (3800 m), Cobra Point (4350 m), en de hoogste top Socialist Peak (4566 m), vernoemd naar Nyerere, de eerste president van Tanzania. Deze slapende stratovulkaan ligt op ongeveer 70 kilometer ten westen van het Kilimanjaro bergmassief en heet daarom in de volksmond ‘het kleine broertje van de Kilimanjaro’ .

De aanleiding voor het beklimmen van Mount Meru is een lang verhaal, maar ik geef de korte versie. Ik kreeg een ski-ongeluk waarbij ik mijn knie verbrijzelde. Ik was bang dat ik nooit meer in de bergen zou kunnen lopen, iets wat ik heel graag doe. Aan het begin van mijn lange revalidatie heb ik als ultieme doel gesteld: de beklimming van de top van de Kilimanjaro. Want ik moest en zou weer kunnen lopen in de bergen. Maar het leven gaat nooit volgens plan en er kwam eerst een andere berg op mijn pad: Mount Kenya, Point Lenana (4985 m), de tweede hoogste berg van Afrika. Een kleine kanttekening: Point Lenana is niet de hoogste top van Mount Kenya, Batian (5199 m) en Nelion (5188 m) zijn de hogere toppen die alleen met alpiene klimtechnieken te beklimmen zijn. Point Lenana, Mount Kenya was een fantastische trekking van vijf dagen met tent. Een half jaar later stond ik dan eindelijk op het dak van Afrika: de Kilimanjaro, Mount Kibo, Uhuru Peak (5895 m). Doel bereikt zou je zeggen, maar niets is minder waar. Het smaakte naar meer. Mount Kibo biedt een fantastisch uitzicht op Mount Meru en ik besloot ter plekke, nog nagenietend van het succes, om ook deze berg te beklimmen.

De beklimming van Mount Meru is een meerdaagse trekking met overnachting in berghutten. De trekking kan in drie dagen of in vier dagen gedaan worden. De vierdaagse trektocht is interessanter qua beleving van de prachtige natuur. De bergwandeltocht is een technische wandeling. Er zijn steile passages en boven de 3000 meter is er veel steenslag, rotspartijen en lavagruis. Een deel van de route loopt over de smalle kraterrand met een steile afgrond. Ook zijn er enkele passages met staalkabels. Elke dag is het ruim 1000 meter stijgen en op de dag van de beklimming van de bergtop is het ruim 1000 meter stijgen en ruim 2000 meter dalen. De laatste dag is ook ongeveer 1000 meter dalen. Omdat deze berg in een nationaal park ligt, is een ranger en een gids verplicht.

Informatiebord over bergwandelingen Mount Meru

De berghutten zijn netjes en schoon met voldoende sanitaire voorzieningen. Er zijn toiletten en in Miriakamba Hut zijn wastafels voor het tandenpoetsen en wassen (wel met koud water). De crew zorgde bovendien elke dag bij aankomst in de hut voor een teiltje met warm water zodat je je met warm water kunt wassen. De tweede hut, Saddle Hut is eenvoudiger. Daar zijn wel toiletten maar geen wastafels. De hutten bestaan uit meerdere barakken gegroepeerd rondom een binnenplaats met grote tafels en banken.  De barakken hebben kleine kamers die plaats bieden aan vier personen. Iedere kamer heeft twee stapelbedden met een matras en een hoofdkussen. Verder zijn er enkele ophanghaken en een klein plankje om je spullen op te bergen. Voor het ontbijt en avondeten verzamel je je in het grote eetgebouw. Dit is een grote barak met diverse tafels en stoelen. De verlichting is elektrisch en werkt op zonnepanelen. Voor de crew is er een gebouw voor het koken.

Miriakamba Hut (2515 m)                                                                              Saddle Hut (3566 m)

Naar de top!

Dag 1: van Momella Gate (1500 m) naar Miriakamba Hut (2515 m) via Southern Route

  • Hoogteverschil: 1014 meter stijgen
  • Afstand: 10 km
  • Tijd: 3-4 uur
  • Terrein: regenwoud, bergbos

Bij het hotel in Arusha waar we overnachten, worden mijn zus en ik opgewacht door het team dat ons gaat begeleiden bij de beklimming van Mount Meru. De berggids Thomas en assistent-berggids Godibless stellen ons voor aan de rest van het team. De crew bestaat verder uit vier dragers, een kok en een assistent kok. Met een busje vertrekken we naar Arusha National Park. Onderweg stoppen we nog even om proviand in te slaan. Watermeloenen, bananen, sinaasappels, zakken rijst en pasta, groente, vlees, eieren, mais, brood, koffie, thee, melkpoeder, pindakaas en chocoladepasta worden verdeeld over grote zakken. Aangekomen in Arusha National Park moet er eerst nog papierwerk gedaan worden. De permits voor entree tot het nationale park worden overhandigd aan de gids. We rijden verder tot de tweede poort, Momella Gate. Hier krijgen we een lunch voorgeschoteld en moeten we vervolgens een hele tijd wachten. Er moet namelijk nog een ranger geregeld worden die we moeten delen met twee andere groepjes bergbeklimmers. De groepjes bestaan uit een Amerikaanse studente en een Belgische studente die elkaar kennen van een vrijwilligersproject, en een Belgisch jong stel. De drie groepjes worden samengevoegd onder leiding van een ranger met geweer. De wandelroute loopt immers door een nationaal park waar ook gevaarlijke beesten rondlopen zoals olifanten, buffels en luipaarden.

Om drie uur in de middag vertrekken we eindelijk en begint onze tocht naar boven, naar de top van Mount Meru via de Southern Route. We lopen eerst door de savanne met uitzicht op de berg in de verte. Geleidelijk aan verandert het landschap in een tropisch bos. Hier is de weg breed en loopt gestaag omhoog. Nadat we Big Fig Tree - een enorme vijgeboom die over de weg staat als een soort triomfboog – passeren, slaan we van de brede weg af en komen op een smal bergpad dat direct steil omhoog slingert door het tropisch regenwoud. Het is een prachtig gezicht die bomen met takken vol baardmos. De dragers lopen ver voorop met grote zakken op hun hoofd. Naarmate we hoger komen verandert het regenwoud in bergbos. Om 17.30 uur komen we aan in Miriakamba Hut. Nadat we de slaapzakken hebben uitgepakt en we ons hebben opgefrist, worden we in het eetgebouw verwelkomd met een thermosfles thee en tot onze verbazing een grote schaal popcorn. De kok heeft een heerlijke maaltijd gemaakt met vers fruit toe. Voldaan kruipen we onze slaapzak in om de volgende dag uitgerust aan de tweede etappe te beginnen.

Big Fig tree                                                                                Bergbos

Dag 2: van Miriakamba Hut (2515 m) naar Saddle Hut (3566 m), vervolgens Little Meru (3820 m)

  • Hoogteverschil: 1051 meter stijgen, en extra 254 meter stijgen voor top Little Meru
  • Afstand: 5 km
  • Tijd: 3-4 uur
  • Terrein: bergbos, moeras en heide

Na het ontbijt gaan we vroeg op pad. Wolken stijgen op uit het dal en ontnemen het uitzicht op zowel het dal als de berg. Het begint een beetje te regenen. De andere deelnemers trekken snel hun regenkleding aan. Ik kijk naar mijn zus. Wat zullen we doen? Onze gids en assisent gids delen ons mee dat het maar een klein spatje is: het stelt niets voor. We besluiten om geen waterdichte jas aan te trekken. Een wijs besluit want het zijn slechts stijgingswolken. Deze tweede etappe is relatief kort, maar met wel ruim 1000 meter stijgen is het een pittige wandeltocht. Vanaf het begin gaat het erg steil omhoog. Een stuk van het steile pad bestaat uit houten treden. We lopen door dik bergbos. Na een half uur trekken de wolken weg. Naarmate we hoger komen, wordt het bergbos minder hoog en minder dik en hebben we meer zicht op de omgeving. Op ´Mgongo wa Tembo´ (Olifantsrug) op 3200 meter draait het pad met een scherpe bocht de bergwand op en zien we voor het eerst Mount Kibo, de hoogste berg van het Kilimanjaromassief. We trekken verder door heide en moeras. Na drie uur lopen bereiken we Saddle Hut (3566 m). Saddle Hut ligt op een zadel tussen twee bergen, Mount Meru en Mount Little Meru. Het is wel duidelijk waarom de hut Saddle Hut heet.

Na het installeren van de slaapplek in deze gezellige berghut en de lekkere lunch, trekken we weer de bergschoenen aan. We gaan op pad naar ons eerste ‘topje’ van deze trekking: Little Meru (3820 m). De beklimming naar boven is niet moeilijk maar wel steil. Het bergpad zigzagt met korte bochten naar boven. Een berggeit maakt zich uit de voeten als we bovenop de top van Little Meru komen. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op Mount Meru met Rhino Point (3800 m), Cobra Point (4350), en het hoogste punt Socialist Peak (4566m). De berg heeft een enorme brede krater met aan het begin een brede bergwand die in een smalle kraterrand overgaat die vervolgens steil omhoog gaat naar de top. Een imposant gezicht. We kunnen goed zien waar we de komende nacht gaan lopen. De wandeling naar de top van Little Meru is niet alleen leuk en mooi om te doen, maar is ook nuttig om te kunnen wennen aan de hoogte. Voor een goede acclimatisatie en om de kans op hoogteziekte te verkleinen, is het belangrijk om hoger te lopen en lager te slapen. Tijdens slaap kan het lichaam namelijk herstellen. Terug in de berghut bereidden we ons voor op het volgende traject. We eten vroeg en liggen ook al vroeg in bed omdat we midden in de nacht aan de topbeklimming zullen beginnen.

Uitzicht op Kibo, Kilimanjaro bergmassief (5895 m)                                                                    : Uitzicht op Mount Meru (4566 m) en Saddle Hut (3566 m)

Dag 3: van Saddle Hut (3566 m) naar Socialist Peak (4566 m), vervolgens naar Miriakamba Hut (2515 m)

  • Hoogteverschil: 1000 meter stijgen, 2051 meter dalen
  • Afstand: 15 km
  • Tijd: 10 -11 uur
  • Terrein: moeras en heide, alpien terrein met rotsen en steenslag, lavagruis en bergbos

Half twaalf ’s avonds gaat de wekker. De nachtrust was eigenlijk te kort. Snel omkleden en de laatste spullen in de rugzak doen. Met de hoofdlamp op lopen we naar het eetgebouw voor een klein licht verteerbare ontbijt. We hebben geluk dat we de toppoging mogen wagen, want de dag ervoor stond er zo’n harde wind dat de beklimming naar de top niet door kon gaan omdat het te gevaarlijk was. Kwart over twaalf ’s nachts gaan we op pad met een kwartier vertraging omdat mijn zus haar handschoenen kwijt was. De andere twee groepjes waren al weg. Het is aardedonker. In de verte zien we de hoofdlampjes van de twee andere groepjes. Na een steile klim passeren we het eerste topje,  Rhino Point op 3800 meter. Het Belgische jonge stel zit verkleumd met een beker hete gemberthee die hun gids voor ze had ingeschonken. Gemberthee is kalmerend voor de maag. De Belgen hebben last van de hoogte. Ze hebben hoofdpijn en zijn misselijk. Wij komen even op adem en nemen een paar slokken water en een handjevol noten. Diep onder ons flonkeren de lichtjes van Arusha. Kort na dit topje lopen we over een korte smalle graad met staalkabels aan weerzijden. Na een minuut of vijftien komen we bij steile afgesleten lavaplaten aan. Ook hier zijn staalkabels. Het pad is veranderd in een smal richeltje. In het licht van mijn hoofdlamp kan ik goed zien waar ik mijn voeten moet plaatsen. Na een tweede passage met staalkabels lopen we over lavagruis en steenslag, maar het pad is wel duidelijk zichtbaar. Het stuk voor Cobra Point (4350 m), het tweede topje, loopt over de smalle kraterrand met aan beide kanten een steile afgrond. Na een kort stukje dalen, begint de laatste steile klim naar de top. Het bergpad is nauwelijks te herkennen tussen de rotsblokken. Het is steil klauteren omhoog over de rotsblokken die met een laagje ijs bedekt zijn. Het wordt lichter. De contouren van de top kunnen we al zien. Het is niet ver meer, maar voor mijn gevoel lijkt het alsof ik niet dichterbij kom. De laatste meters worden we aangemoedigd door de Amerikaanse en Belgische studenten die met een kwartier voorsprong al op de top zijn. Om tien voor half zeven ‘s ochtends hebben we de hoogste top Socialist Peak (4566 m) bereikt. Mooi op tijd voor de zonsopkomst. Het uitzicht is fantastisch. Achter Mount Kibo (de hoogste berg van het Kilimanjaromassief) komt de roodgloeiende zon op en kleurt de hemel oranjerood. De ijzige rotsen van Mount Meru lichten rood op.

Na een kwartiertje op de bergtop van het uitzicht te hebben genoten en uiteraard ook van het halen van de top, is het tijd voor de afdaling. Nu het licht is, is pas te zien in wat voor omgeving we lopen. De rotsblokken zijn hier en daar wit uitgeslagen van het ijs en glinsteren in het zonlicht. Het is een ruige grijsbruine steenmassa met rotsblokken, steenslag en gruis. Om ongeveer half acht uur in de ochtend passeren we het Belgische stel dat nog bezig is aan de beklimming. Bij Cobra Point is er een geweldig uitzicht over de krater en de indrukwekkende Ash Cone (3500 m), een kleine vulkaan in de krater die is ontstaan na de laatste uitbarsting ongeveer 100 jaar geleden. Het lijkt wel een maanlandschap.  De afdaling gaat in rap tempo. De passages met staalkabels is in daglicht minder intimiderend dan in het donker. Om tien uur ‘s ochtends zijn we terug in Saddle Hut (3566 m). We frissen ons op en rusten nog een beetje. Na de brunch pakken we de spullen in en gaan weer gezamenlijk onder begeleiding van de ranger met geweer naar de volgende hut, Miriakamba Hut (2515 m). Daar aangekomen worden we weer getrakteerd op popcorn. Ik ben blij dat we de top gehaald hebben en kijk terug op een lange, vermoeiende, maar ook fantastisch mooie dag. De 1000 meter stijgen en ruim 2050 meter dalen voel ik wel in mijn knieën.

Socialist Peak (4566 m), hoogste top van Mount Meru                               Kraterrand

Socialist Peak (4566 m)                                                                                                   Ash Cone (3500 m)

Dag 4: van Miriakamba Hut (2515 m) naar Momella Gate (1500 m) via Northern Route

  • Hoogteverschil: 1015 meter dalen
  • Afstand: 8 km
  • Tijd: 3 uur
  • Terrein: bergbos, tropisch regenwoud en savanne

Om half acht zitten we aan het ontbijt, gelukkig een normaal tijdstip. Na wat laatste spulletjes inpakken, gaan we om half negen op pad. De laatste etappe volgt de iets kortere Northern Route. Ook hier lopen we door een prachtig regenwoud. De ranger loopt weer voorop. Vanuit een boom worden we gadegeslagen door een boomklipdas. Bij een kleine waterpoel zien we een groepje buffels. De jungle gaat over in savanne. Het voetpad wordt iets breder. Boven het hoge gras steekt een smalle staart recht omhoog als een antenne. Een wrattenzwijn scharrelt onverstoorbaar in het gras met drie kleine biggetjes in het kielzog. Verderop torent een masai giraffe boven een acacia uit. De ranger leidt ons door het gras naar een ‘tower’ van vijf masai giraffen. Ze eten blaadjes van de acacia. Een aantal bavianen stuift weg als we ze naderen. Ook zien we nog een eenzame wildebeest en in de verte een grote kudde buffels. Deze laatste dag is een ware wandelsafari. We maken een kleine omweg naar de Tulusia waterval, een waterval van 27 meter hoog. Dichtbij de waterval spatten fijne waterdruppels tegen mij aan. Het voelt als een douche. Opgefrist bereiken we Momella Gate, het einde van de wandeltocht naar de hoogste top van Mount Meru. We nemen afscheid van de ranger en van de Belgen. We worden met een busje teruggebracht naar het hotel in Arusha. Het was een geslaagde wandeltocht en een mooie ervaring.

Afdaling via Northern Route door bergbos                               Buffels bij waterpoel

Wrattenzwijn met biggetjes                                                                           Masai giraffen

Epiloog

De beklimming van Mount Meru wordt vaak gedaan als voorbereiding op de beklimming van de hoogste berg van het Kilimanjaromassief, maar daarmee wordt Mount Meru eigenlijk te weinig eer aangedaan. De trekking naar de top van Mount Meru is namelijk een prachtige bergwandeling door gevarieerd terrein met verrassende vergezichten. De bergbeklimming heeft een bijzonder karakter omdat de eerste en de laatste etappe eigenlijk een wandelsafari is waar je in de Afrikaanse jungle en savanne tussen de wilde dieren loopt. Het is een pittige tocht die technisch moeilijker is dan Mount Kibo (Kilimanjaro) vanwege de steile stukken en lastige passages met staalkabels. Het is wel comfortabeler dan de beklimming van de Kilimanjaro omdat er in berghutten wordt overnacht in plaats van in tenten. Daarnaast is de trekking naar de top van Mount Meru veel rustiger. Wij liepen met vier andere toeristen op Mount Meru en hadden deze berg geheel voor onszelf. Dat was op de Kilimanjaro wel anders: daar liepen we zelfs in het laagseizoen tussen vele grote groepen bergwandelaars naar boven. Ook tref je geen afval langs de route aan terwijl er op de Kilimanjaro veel troep ligt op de kampeerplekken en op het bergpad. Afval dat helaas voor het overgrote deel door toeristen wordt achtergelaten. De beklimming van Mount Meru is een prachtige ervaring en is net zo mooi als de beklimming van Point Lenana, Mount Kenya. De plannen voor de volgende hoge berg in Afrika zijn al in de maak. Op naar de vierde hoge bergtop in Afrika!